Honderden miljoenen jaren geleden vormden zich enorme pakketten organische afzettingen die we nu als fossiele brandstoffen kennen. Steenkool vooral uit het Carboon, aardolie en aardgas stammen uit deze tijdperken. Door voorstanders van fossiele brandstoffen wordt beweerd, dat we voor altijd fossiele brandstoffen nodig zullen hebben. Klopt dit?
Fabel: fossiele brandstoffen zijn onvervangbaar.
Fossiele brandstoffen zijn in feite vrij eenvoudig uit andere grondstoffen te produceren. Deze technieken waren al vroeg in de twintigste eeuw bekend. Methaan bijvoorbeeld, het voornaamste onderdeel van aardgas, is met vergisting als biogas te bereiden. Dit gebeurt al veel. De mensheid maakt al eeuwen steenkool in de vorm van houtskool. Ook de waardevolste componenten van aardolie zijn te bereiden uit bijvoorbeeld syngas, een mengsel van koolmonoxide en waterstof. Dit product heet synfuel. Als we willen, kunnen we dus overstappen op vervangers van fossiele brandstoffen. De biologische productie is hiervoor onvoldoende – zelfs Brazilië, een land met een enorme oppervlakte, kwam in de problemen met het bioethanol-programma. Algenfarms zouden in principe wel voldoende hebben aan enkele procenten van het landoppervlak.
Fabel: fossiele brandstoffen zijn onuitputtelijk
De Amerikaanse geoloog Marion King Hubbert zette de ontdekkingen van nieuwe olievoorraden wereldwijd uit in een grafiek. Er ontstond een klokvormige curve met een piek rond 1970. De aardolieproductie, zo voorspelde Hubbert, zou een piek, de zogenoemd Hubbertpiek, bereiken na 2000. Inderdaad heeft de aardolieproductie nu een plateau bereikt en steeds meer landen bereiken peak oil. In de VS en Canada kan alleen door middel van de controversiële frackingtechniek en de Canadese teerzanden de olieproductie worden verhoogd. Weliswaar is er nog veel meer olie te winnen, bijvoorbeeld in het Orinoco-teerzandreservoir in Venezuela, maar dit kost veel energie. Elke twee vaten olie kosten één vat olie aan energie om te winnen: een EROEI van 2 dus. Als je ook bedenkt dat deze oliewinning zeer vervuilend is, zie je in dat dit een doodlopende weg is.
Fabel: de overgang van fossiel naar duurzaam zal geleidelijk verlopen.
In deze fabel geloven zelfs vooraanstaande bureaus als het Internationaal Energie Agentschap. In feite zorgen de bijzondere eigenschappen van fossiele energiebronnen ervoor dat deze omslag zeer snel zijn zal. Hoe schaarser fossiele brandstoffen worden, hoe duurder. Voor duurzame energiebronnen zoals zonne-energie geldt juist het tegenovergestelde effect. De techniek wordt voortdurend beter. De productie wordt steeds hoger, waardoor zogenoemde economics of scale worden bereikt. Zonne-energie is daarom in de jaren sinds 2010 zeer sterk in prijs gedaald. In zonnige gebieden is zonne-energie zonder subsidies nu al goedkoper dan fossiel. Kortom: het omslagpunt is nu in feite al bereikt. Er worden nauwelijks fossiele centrales meer gebouwd en al helemaal geen olieraffinaderijen.
Het bericht Zullen we altijd fossiele brandstoffen nodig hebben? verscheen eerst op Visionair.