Door de intensieve varkensteelt naar de Noordzee te verplaatsen, zou het stikstofprobleem in Nederland in één keer radicaal opgelost zijn. Is dit plan haalbaar?
Stikstof: de feiten
Het zal geen Nederlander ontgaan zijn: Nederland is in de ban van stikstof. Dit uitermate nuttige chemische element, dat in de vorm van stikstofgas (N2) 78% van onze atmosfeer uitmaakt, vervult een essentiële rol in het natuurlijke ecosysteem. Eiwitten, de ‘back bone’ van levende organismen, bestaan voor een groot deel uit stikstof. Kunstmatige stikstofbinding, via het Haber-Bosch proces, is rechtstreeks verantwoordelijk voor het in leven houden van de grote meerderheid van de mensheid. Zonder kunstmatige stikstofbemesting, of zelfs de inzet van natuurlijke stikstofbinders als vlinderbloemigen zoals peulvruchten, zouden in Nederland maar iets meer dan vier miljoen mensen kunnen leven[1]. Domweg, omdat er van nature onvoldoende stikstof in de bodem zit voor hoogproductieve landbouw en er meerdere hectares bouwland nodig zouden zijn om een persoon in leven te houden. Kortom: stikstof is voornamelijk onze grote vriend en bepaald niet onze vijand.
Waarom is stikstof een probleem?|
Nederland ligt in het dichtstbevolkte deel van Europa. Zuiderbuur België is even dicht bevolkt als Nederland; het aan Nederland grenzende landsdeel Vlaanderen kent zelfs een hogere bevolkingsdichtheid dan Nederland zelf. Hoewel Duitsland dunner bevolkt is dan Nederland, geldt dat niet voor het deel van Duitsland dat aan Nederland grenst: het Ruhrgebied vlak over de grens is het grootste industriegebied van Duitsland en heeft meer inwoners dan Nederland. De Europese stikstofnormen zijn strenger dan haalbaar en werkbaar is in dit deelgebied van Europa. Niettemin hebben de regelgevers op zich een punt. Te hoge doses stikstof verstoren het ecosysteem ingrijpend en leiden onder meer tot vergrassing van heidevelden en verarming van de soortenrijkdom in schrale gebieden. De meeste plantensoorten zijn aangepast aan een milieu waarin stikstof schaars is. Toch kan men zich niet aan de indruk onttrekken dat er nu een heksenjacht op stikstof gaande is. Men maakt zich druk om overschrijdingen van de stikstofnorm die neerkomen op enkele grammen (theelepeltjes dus) stikstof per hectare. Ter vergelijking: in de intensieve landbouw zijn stikstofgiften tot 200 kilogram (100 000 maal zoveel dus) per hectare gebruikelijk. Boeren hebben al veel stappen gezet om de stikstofuitstoot te verminderen. Dit lukt ook vrij aardig, de stikstofuitstoot is in de afgelopen dertig jaar sterk gedaald. Dat wil zeggen: de uitstoot van nitraten en stikstofoxiden. Het ammoniakprobleem blijkt echter hardnekkig. Naar schatting produceert de veeteelt in Nederland 40% meer ammoniak dan de ecosystemen in Nederland op kunnen nemen. [2] Kortom: hier een oplossing voor vinden zou veel problemen oplossen.
Veeteelt op zee: de voordelen
De intensieve varkens- en pluimveehouderij zijn bedrijfstakken, waarbij in essentie veevoer wordt omgezet in vlees. Dit veevoer wordt met behulp van siloschepen aangevoerd uit voornamelijk Zuid-Amerika. Omdat varkens een voederconversie hebben van rond de 5 (en kippen rond de twee tot drie), komen hierbij veel afvalproducten vrij, zoals drijfmest, uitwerpselen en urine. Beide bevatten veel stikstof. Steeds strengere milieu-eisen dwingen varkenshouders tot schaalvergroting. Alleen op deze manier kunnen de steeds duurdere filtersystemen uit. Het fundamentele probleem blijft. Er komt enorm veel stikstof vrij, waar geen zinnige bestemming voor is.
Met drie vijfde deel van het Nederlandse grondgebied wordt vrijwel niets gedaan. We hebben het hier over het Nederlandse deel van het continentale plat, de zogeheten Nederlandse Exclusieve Economische Zone (NEEZ). Als we kunstmestfabrieken en varkensmesterijen zouden verplaatsen naar drijvende structuren op de Noordzee, zou dat een aantal aanzienlijke voordelen opleveren. De stikstofuitstoot door intensieve veeteelt op het Nederlandse grondgebied zou effectief tot nul teruggebracht worden. Ook zou de Rotterdamse haven ontlast worden. Immers, de schepen met veevoer kunnen midden op de Noordzee hun vracht lossen. De verspreiding van ziekten als varkenspest zou voorkomen worden, aangezien ziektekiemen slecht tegen zout water kunnen en alle transport, gecontroleerd, per schip zou kunnen verlopen. Mestverwerkende bedrijven op zee kunnen de afvalproducten opwerken tot meststoffen die terug verscheept kunnen worden naar de veevoerproducenten of andere afnemers in landen waar een gebrek is aan meststoffen. Nederland zou hiermee ook effectieve voorbereidingen treffen voor het overleven van toekomstige hogere zeespiegels.
Oceanix: een concept voor een drijvende stad op zee
Wat is er nodig voor een drijvende stad op zee?
Er liggen al verschillende werkende concepten klaar. Er bestaan overal ter wereld al low-tech drijvende steden, dan wel vaak in beschutte binnenwateren. Het zeewaardige concept Oceanix City (zie YouTube clip) heeft de steun van onder meer de Verenigde Naties, maar is zeker niet het enige concept. Geld is geen probleem. De rentestanden zijn historisch laag – Nederland kan zelfs tegen negatieve rente lenen. Als Nederland voor enkele honderden miljarden euro zou investeren in het koloniseren van de Noordzee, zou dat zeer veel hoogwaardige werkgelegenheid opleveren, de opbouw van een nieuwe industrietak die zeer kansrijk is in de nabije en verdere toekomst garanderen, de komende economische crisis afwenden en verder de Noordzee openleggen voor toekomstige groei. Kortom: waar wacht Nederland BV op?
Bronnen
1. R.S. Nauta, landbouwkundige productie in Nederland bij natuurlijke stikstofvoorziening, mededelingen Landbouwuniversiteit, 1979
2. ‘Teveel kunstmest is een killer’ – De Groene Amsterdammer, 2019
Het bericht Noordzee biedt oplossing voor stikstofproblemen verscheen eerst op Visionair.